Hoe we zijn gestart...
1) nieuwe lijn opstarten = nieuwe fokzeugen zoeken en een goede stamdekbeer.
A) Fokzeugen moeten uit zo zuiver mogelijke Lunkarya lijnen komen, stambomen moeten worden opgevraagd van vader en moeder,
Van daaruit gaan we opzoeken (voor zover mogelijk) naar de afstammingen en eventuele andere mogelijke rassen die erdoorheen
zouden "kunnen" zitten. We proberen zo selectief mogelijk te zijn, als er al een ander ras doorheen zit wordt gekeken hoeveel generaties er tussen zitten
Wat absoluut uit den boze is : Coronet en merino in de voorgeschiedenis ( krijg je verkeerde kruinen) gladhaar (onregelmatige lengte) borstel (een hoop
verkeerde kruinen)
Satijn en Satijn dragers (te zacht haar en slaphangend haar in satijn)
VOORBEELD VAN EEN SATIJN MINIPLI
SLAPPE VACHT EN GEEN OPSTAANDE KRULLEN OP DE RUG
B) De zeugen moeten uit de oude lijnen afstammen, met andere woorden ze moeten vachtwissel gehad hebben, de nieuwe Lunkarya soort
heeft doorgroeiende haren, wat dus NIET kan voor de Minipli fok, vandaar dat de zeugen minstens 6 maanden of ouder zijn als ze
worden aangeschaft, gezien ze eerst in de rui moeten zijn geweest.(Of ze blijven in de zeugenbak tot ze in de rui gaan) wat niet in de rui gaat
wordt niet gebruikt als fokdier.
C)De beren moeten zo zuiver mogelijk Alpaca zijn, ook daar worden de stambomen nagekeken en uitgezocht, we proberen zo veel mogelijk
dieren eruit te selecteren die met geen ander ras zijn ingefokt.
2) Het fokken zelf
Zodra een zeug meer dan 900 gram weegt en in de rui is geweest, gaat ze bij de beer, ze komt op cam zodat er enig toezicht is
en de mogelijkheid om de dek te zien zodat we een bevallingsdatum kunnen prikken ( na 16 dagen dek wordt ze terug gecontroleerd of
ze wel of niet terug bronstig wordt)
De zeugen blijven MAX 3 maanden bij de beer, of tot we zeker zijn dat ze zwanger is en de jongen goed voelen,
Als er na 10 weken geen jongen worden gevoeld , gaat ze bij een andere beer voor 10 weken, daarna is het afgelopen,
en gaat ze de knuffelbak in of als knuffel verkocht, we proberen de natuur niet te dwingen door een zeug maanden bij de beer te laten tot ze
wel drachtig is, liever geen nest dan een mislukte dracht of bevalling.
Zodra een zeug meer dan 900 gram weegt en in de rui is geweest, gaat ze bij de beer, ze komt op cam zodat er enig toezicht is
en de mogelijkheid om de dek te zien zodat we een bevallingsdatum kunnen prikken ( na 16 dagen dek wordt ze terug gecontroleerd of
ze wel of niet terug bronstig wordt)
De zeugen blijven MAX 3 maanden bij de beer, of tot we zeker zijn dat ze zwanger is en de jongen goed voelen,
Als er na 10 weken geen jongen worden gevoeld , gaat ze bij een andere beer voor 10 weken, daarna is het afgelopen,
en gaat ze de knuffelbak in of als knuffel verkocht, we proberen de natuur niet te dwingen door een zeug maanden bij de beer te laten tot ze
wel drachtig is, liever geen nest dan een mislukte dracht of bevalling.
3) Herkenning van een Minipli
Van bij de geboorte zijn bepaalde tekens kenmerkend voor de minipli.
a) Snorharen zijn stevige wokkels, bij Alpaca zijn ze licht gekruld of wave, bij de Lunkarya zijn ze glad en stug.
Een AD Lunkarya kan uiterlijk de haarstructuur van de alpaca of de Lunkarya hebben, maar aan de snorharen is meestal al te
zien of ze AD zijn als die sterke wave hebben of krullerig zijn
. Aan de oren is het ook te zien... Alpaca heeft krullerig maar minder sterk en het steekt over de rand heen
bij de Lunkarya stug over de rand stekende binnenoor haren, bij de minipli is het keel kroezig en niet over de rand heen stekend...
c) de kleur wit is bij Minipli grauwer, bij alpaca geler, bij Lunkarya sneeuwwit al kan Minipli en alpaca soms héél sterk op elkaar lijken
d) De haarstructuur van minipli is compleet anders dan die van Alpaca en Lunkarya, als je goed dichtbij kijkt of op foto
uitvergroot, zie je dat die van de Lunkarya glad zijn, van de alpaca lichtelijk kroezig, maar de minipli heeft die sterk kroezig
alsof die in een wafelijzer hebben gezeten, het voelt en ziet eruit als "suikerwatte"
Van bij de geboorte zijn bepaalde tekens kenmerkend voor de minipli.
a) Snorharen zijn stevige wokkels, bij Alpaca zijn ze licht gekruld of wave, bij de Lunkarya zijn ze glad en stug.
Een AD Lunkarya kan uiterlijk de haarstructuur van de alpaca of de Lunkarya hebben, maar aan de snorharen is meestal al te
zien of ze AD zijn als die sterke wave hebben of krullerig zijn
. Aan de oren is het ook te zien... Alpaca heeft krullerig maar minder sterk en het steekt over de rand heen
bij de Lunkarya stug over de rand stekende binnenoor haren, bij de minipli is het keel kroezig en niet over de rand heen stekend...
c) de kleur wit is bij Minipli grauwer, bij alpaca geler, bij Lunkarya sneeuwwit al kan Minipli en alpaca soms héél sterk op elkaar lijken
d) De haarstructuur van minipli is compleet anders dan die van Alpaca en Lunkarya, als je goed dichtbij kijkt of op foto
uitvergroot, zie je dat die van de Lunkarya glad zijn, van de alpaca lichtelijk kroezig, maar de minipli heeft die sterk kroezig
alsof die in een wafelijzer hebben gezeten, het voelt en ziet eruit als "suikerwatte"
KOPBEHARING BIJ DE MINIPLI OORBEHARING PIJPEKRUl SNORHAREN
RECHTOPSTAANDE PIJPEKRULLEN RUGPIJPEKRULLEN TYPISCHE EI - VORM VAN DE MINIPLI
Op de eerste foto zie je de beharing zoals ze zou moeten zijn, echter is de kraagbeharing hier nog te lang, op foto 2 zijn de rugwokkels goed te zien, ze moeten rechtop afstaan van het lichaam, een Minipli die niet in de rui gaat, krijgt doorgroeiende haren, waardoor ze te lang worden en neerhangen.
Op foto 3 zie je een zeug van 2 jaar NA de rui en haar verzorging van een nest, je ziet de terugkeer van de krullen en daarbij de typische ei-vorm terug die eigen is aan de Minipli.
Op de eerste foto zie je de beharing zoals ze zou moeten zijn, echter is de kraagbeharing hier nog te lang, op foto 2 zijn de rugwokkels goed te zien, ze moeten rechtop afstaan van het lichaam, een Minipli die niet in de rui gaat, krijgt doorgroeiende haren, waardoor ze te lang worden en neerhangen.
Op foto 3 zie je een zeug van 2 jaar NA de rui en haar verzorging van een nest, je ziet de terugkeer van de krullen en daarbij de typische ei-vorm terug die eigen is aan de Minipli.
INPLANT VAN DE MINIPLI HAREN EIVORM EN ALS EEN EGEL.......
Kleurverschil tussen Minipli en Alpaca LINKS MINIPLI RECHTS ALPACA Pijpekrullen langs BEIDE kanten
Zoals je kan zien is de kleur wit bij de Minipli grauwer dan die van de Alpaca, ook de krul is anders, de minipli heeft GEEN middenstreep op de rug, de Alpaca heeft een scheiding die er uit zichzelf invalt
Minipli heeft 2 kont rozetten en een kuif zoals bij de lunkarya en de peruvian, alleen korter en moet ook gekruld zijn, de halskraag niet overdadig zoals bij de alpaca en de snorharen wijzen naar buiten, niet afhangend
Zoals je kan zien is de kleur wit bij de Minipli grauwer dan die van de Alpaca, ook de krul is anders, de minipli heeft GEEN middenstreep op de rug, de Alpaca heeft een scheiding die er uit zichzelf invalt
Minipli heeft 2 kont rozetten en een kuif zoals bij de lunkarya en de peruvian, alleen korter en moet ook gekruld zijn, de halskraag niet overdadig zoals bij de alpaca en de snorharen wijzen naar buiten, niet afhangend
Jongen 1 dag oud Vachtjes 6 weken oud
Bij de geboorte zie je duidelijk kleine krulletjes, meestal zie je de wokkelsnorhaartjes al en de korte gekroesde beharing in de oren
Bij een beginnende lijn kunnen de krullen minder sterk zijn, de snorharen minder gewokkeld en de oorhaartjes nog iets te lang, maar hoe zuiverder de lijnen worden, des te beter zie je vanaf de geboorte deze 3 kenmerken al.
Op 6 weken beginnen de pijpjes zich te vormen en kan je al min of meer zien of er een scheiding valt (Alpaca Look) vooral in de beginperiode van een nieuwe lijn durven jongen nog lange beharing van de Alpaca meedragen....het is nu afwachten hoe de vacht gaat uitgroeien en of ze de rui genen van de moeder mee hebben.
Meestal rond de 6 maanden (kan ook vroeger) hebben ze een 1e rui en kunnen ze als fokdier apart worden gezet tot ze de 900 gram halen, daarna gaan ze bij een geschikte beer die bij hun kleur past.
Bij de geboorte zie je duidelijk kleine krulletjes, meestal zie je de wokkelsnorhaartjes al en de korte gekroesde beharing in de oren
Bij een beginnende lijn kunnen de krullen minder sterk zijn, de snorharen minder gewokkeld en de oorhaartjes nog iets te lang, maar hoe zuiverder de lijnen worden, des te beter zie je vanaf de geboorte deze 3 kenmerken al.
Op 6 weken beginnen de pijpjes zich te vormen en kan je al min of meer zien of er een scheiding valt (Alpaca Look) vooral in de beginperiode van een nieuwe lijn durven jongen nog lange beharing van de Alpaca meedragen....het is nu afwachten hoe de vacht gaat uitgroeien en of ze de rui genen van de moeder mee hebben.
Meestal rond de 6 maanden (kan ook vroeger) hebben ze een 1e rui en kunnen ze als fokdier apart worden gezet tot ze de 900 gram halen, daarna gaan ze bij een geschikte beer die bij hun kleur past.
VERSCHILLEN TUSSEN LUNKARYA ALPACA EN MINIPLI
SNORHAREN
SNORHAREN
LUNKARYA MINIPLI
PAS GEBOREN JONGEN
Oren en snorharen zijn typisch, lunkarya en alpaca hebben gekrulde haren die over de rand van het ood komen, Minipli heeft fijne kroezel in de binnen schelp van het oor en komen niet over de rand van het oor heen.
Snorharen bij de Lunkarya zijn recht tot licht gebogen, bij de Alpaca zit er wave in, bij de Minipli's zie je hele korte snorharen als veertjes gekruld.
Oren en snorharen zijn typisch, lunkarya en alpaca hebben gekrulde haren die over de rand van het ood komen, Minipli heeft fijne kroezel in de binnen schelp van het oor en komen niet over de rand van het oor heen.
Snorharen bij de Lunkarya zijn recht tot licht gebogen, bij de Alpaca zit er wave in, bij de Minipli's zie je hele korte snorharen als veertjes gekruld.
LUNKARYA ALPACA MINIPLI
VACHTSTRUCTUUR
LUNKARYA ALPACA MINIPLI
Stugge vacht met een slag, volle bakkebaarden Lange doorgroeiende vacht, krullen niet vanaf Vrij stugge vacht, de krullen beginnen bijna
en halskraag gaat in de rui elk jaar de huid, volle bakkebaarden en halskraag van op de haarbasis, wokkels staan rechtop
heeft een middenstreep op de rug, de haren van de huid, OOK de bakkebaarden en de hals
vallen omlaag kraag zijn gekruld, GEEN middenstreep op de
rug, en de vorm is vrij bol tot eirond
Stugge vacht met een slag, volle bakkebaarden Lange doorgroeiende vacht, krullen niet vanaf Vrij stugge vacht, de krullen beginnen bijna
en halskraag gaat in de rui elk jaar de huid, volle bakkebaarden en halskraag van op de haarbasis, wokkels staan rechtop
heeft een middenstreep op de rug, de haren van de huid, OOK de bakkebaarden en de hals
vallen omlaag kraag zijn gekruld, GEEN middenstreep op de
rug, en de vorm is vrij bol tot eirond
krul maar aan 1 kant krullen moeten aan beide kanten zijn krul begint dicht bij de huid en staat van
het lichaam af OOK op de rug
het lichaam af OOK op de rug